von PR ADMIN / 22. Dezember 2021

Een feestje voor de kerstman

De kerstman kon bijna niet meer op zijn benen staan. Hij had zojuist de laatste drie cadeautjes gebracht bij drie heel blije kinderen. Hij sjokte hondsmoe naar zijn slee. Ook zijn rendieren waren uitgeput, ze keken hem niet eens aan om hem te begroeten. Gelukkig was de slee nu leeg en de rendieren hoefden geen zware last meer te trekken. 

De kerstman klom op de bok, nam de teugels op en gaf het startsignaal: “Ho, ho, ho!“. Maar de rendieren bleven staan. “Ja, ik weet het, jullie zijn heel erg moe, maar we moeten vandaag echt nog terug naar huis! Of willen jullie soms weer in een tochtige hut overnachten zoals vorig jaar en waar jullie alleen maar oude uitgedroogde appels te eten kregen?“ Twaalf ontstelde ogen keken de kerstman aan en het volgende moment vloog de slee met razende ijzers met een bocht de lucht in. “Gelukkig maar, het gaat toch nog!“ bromde de kerstman in zijn dikke witte baard. 

Een poosje later was de rendierenbrandstof op, ze hielden nog maar een slakkentempo vol. Bovendien was een van de rendieren kreupel. Het kon niet anders, ze hadden dringend rust nodig. “Nog eventjes!” riep de kerstman naar zijn dieren. “We nemen zo pauze, nog maar een half uurtje. Als ze daar weer alleen maar oudbakken appels hebben, krijgen ze het met mij aan de stok. Dat beloof ik jullie!“ 

Even later zagen ze de felle lichtjes in de verte. Wat was dat? Dat kon die hut toch niet zijn, die lag nog een half uur verder en was lang niet zo mooi verlicht! Ook de rendieren hadden de lichtjes gezien. Ze moesten bovendien iets hebben geroken want ze schoten ineens die kant op alsof ze net nieuwe brandstof getankt hadden. Nu rook de kerstman het ook, warme gepofte appels met rozijnen! 

Even later kwam de slee aan bij een helder verlicht huisje. “Rudi´s hemelse herberg“ stond er op het bordje boven de deur. “Ik had het zelf niet beter kunnen plannen”, dacht de kerstman. “Een nieuwe uitspanning op een puike plek en precies op tijd!” Hij sprong van de slee af. De rendieren trokken onrustig aan hun leidsels en briesten. “Ja, even wachten, ik ga iets lekkers voor jullie halen!” riep hij en trok de deur van het huisje open. “Ah, daar ben je dan, we verwachtten je al”, begroette een vriendelijke man hem in een geruit overhemd, ribbroek en een witte voorschoot. “Ik heb al een hele kist gepofte appels voor jullie klaargemaakt! Alsjeblieft!“ 

De kerstman was sprakeloos. „Euh“, zei hij alleen maar en nam verlegen zijn rode bontmuts af. “Maar hoe weet je dan wie ik ben en dat ik hier langs zou komen?“ vroeg hij. “Ach, gewoon de wandelgangen. Je hoort zo eens wat. Neem nu maar snel de gepofte appels mee en maak dat je thuis komt!“ Voordat hij het besefte stond de kerstman weer buiten de deur van de herberg waar de rendieren alle gepofte appels opaten, nog voor hij de kist op de grond had kunnen neerzetten. Hun favoriete brandstof! De rest van de reis naar huis verliep vliegensvlug. 

Toen zij thuis kwamen en de slee tussen het huis en de pakjeshut parkeerden, keek de kerstman verwonderd om zich heen. Waar kwamen al die voetsporen in de sneeuw op het erf toch vandaan? Iedereen wist toch dat de kerstman in deze tijd niet thuis was, op bezoek gaan had geen enkele zin! Toen keek hij naar boven. Ja hoor, er kwam rook uit de schoorsteen. Hier was iets niet helemaal pluis! 

Hij sprong van de slee, suste de rendieren, nam de sneeuwschuiver die hij altijd bij zich had voor het geval dat en liep naar de deur. Daar aangekomen werd de deur met een ruk opengetrokken. Alles was verlicht, er was warmte, hij hoorde gelach en muziek en vrolijke gezichten verschenen. “Verrassing!!!“ riepen de engelen, notenkrakers, sneeuwmannen, kabouters en trollen die uit alle delen van het heelal waren gekomen. Er waren zelfs buitenlandse kerstmannen aanwezig. Die hadden de weg naar het huis kennelijk sneller bereikt dan hij. 

De kerstman liet zijn sneeuwschuiver zakken. Hij had geen flauw idee wat dit moest voorstellen. “Euh“, stamelde hij al voor de tweede keer die dag. “ Je bent toch zeker niet vergeten welke dag het vandaag is!?“, vroeg sneeuwman Olf aan hem. “Oh, maar ik ben toch pas in mei jarig“, antwoorde de kerstman. Iedereen giechelde. Sneeuwman Olf zette zijn takken op zijn bolle heupen. “Niet te geloven, lieve kerstman! Vandaag is het 50 jaar geleden dat ben je als kerstman in dienst trad. Sindsdien heb je zo veel kinderen cadeautjes bezorgd dat we ze al lang niet meer kunnen tellen. Dat moeten we vieren! Daarom draaien we nu eerst de knop van het noorderlicht om, want daarop verheugen we ons de hele tijd al. Kom nu eindelijk binnen“, zei hij en nam de sneeuwschuif uit de handen van de kerstman en trok hem naar binnen.  De mensen op aarde merkten hier niet zo veel van. Ze zagen alleen de vele duizenden lichtjes in de kerstnacht aan de hemel dansen. Zou iemand zijn vergeten om het noorderlicht uit te zetten na het feestje? 

Kategorien /